
In dit project ontwerpen en maken leerlingen hun eigen handpop van restmateriaal. Het is een vrolijke, creatieve les waarin kinderen al knutselend ontdekken dat je met eenvoudige materialen iets unieks kunt maken. Iedere pop wordt totaal anders — juist door de grote variatie in materialen en de vrijheid die ze krijgen. Er hoeft niet genaaid te worden, want er wordt gewerkt met lijmpistolen. Duurzaamheid vormt de basis van het project: ik neem grote hoeveelheden restmateriaal mee (stof, schuim, karton, lint, doppen, wol, knopen en andere kleine materialen) en laat zien dat afgedankte materialen een tweede leven kunnen krijgen. Leerlingen mogen combineren, experimenteren, uitproberen en aanpassen. Ze leren veilig en passend gereedschap te gebruiken, zoals zagen, tangen en priemen, afgestemd op hun niveau, durf en interesse. Het gaat niet om netjes werken, maar om ideeën volgen en durven proberen. Tijdens het maken leren kinderen keuzes maken, zoals: – Welke materialen wil ik gebruiken? – Hoe wordt het karakter van mijn pop? – Hoe kan ik het materiaal bewerken zodat het doet wat ik wil? – Hoe laat ik expressie zien in ogen, mond en houding? Voor oudere leerlingen kunnen extra stappen worden toegevoegd, zoals karakterontwikkeling (beroep, hobby’s, stem, achtergrond) of het ontwerpen van kleine accessoires. Jongere kinderen krijgen meer structuur en begeleiding, vooral bij het gebruik van lijmpistolen. Ik richt altijd een veilig “lijmeilandje” in en houd toezicht op het gebruik. Voor de onderbouw is het prettig als er een extra begeleider aanwezig is. Mogelijke invulling per duur: 1 les (± 1,5–2 uur): Iedere leerling maakt een eenvoudige handpop van textiel en restmateriaal. Direct resultaat, veel plezier en creatieve vrijheid. 2–4 lessen: – Meer aandacht voor karakterontwikkeling – Extra details (kleding, haar, accessoires) – Knutselen van decor-elementen – Werken naar een korte presentatie of poppenspel Wat leren leerlingen? – Creatief denken en probleemoplossend werken – Duurzaam materiaalgebruik – Veilig gebruik van gereedschap – Expressie en fantasie inzetten – Bouwen, knutselen en ontwerpen – Zelfvertrouwen (“Kijk, dit heb ik zelf verzonnen!”) Praktisch: Ik kan zelf voor alle materialen zorgen. Als de school ook nog gereedschap en materialen heeft, kunnen we dit aanvullen. Een lokaal met voldoende tafels is ideaal. Voor dit project werk ik zelfstandig; een aanwezige leerkracht is welkom, maar niet verplicht. Dit project past goed bij gemengde groepen, omdat ieder kind op zijn eigen manier kan werken: groots en wild, klein en precies, experimenteel of juist verhalend. Het is een dankbaar en veelzijdig project dat op elke school weer anders uitpakt.



